Geloofwaardigheid voorop
Werkgeversmerken zijn, in vergelijking tot productmerken, veel meer gebonden aan de realiteit. Een werkgeversmerk moet namelijk aantrekkelijk en geloofwaardig zijn voor het personeel en het toekomstige personeel. De beloften van het merk dienen in de dagelijkse werkpraktijk waargemaakt te worden.
Enige overdrijving is natuurlijk in geen enkele relatie vreemd en wordt ook wel geaccepteerd. De grens van overdrijving is echter niet zo duidelijk, en zeker in arbeidsmarktcommunicatie ligt de grens van acceptabele overdrijving niet zo ver weg van de werkelijkheid. Kapferer stelt het vrij stellig: 'Merkreclame idealiseert en bedrijfsreclame (dus ook arbeidsmarktcommunicatie) vraagt om echtheid.' (Van Kralingen, 2001).
Menig merk in de consumentenmarkt idealiseert en doet daarbij soms ridicule beloftes, creëert ongeloofwaardige werelden en neemt het niet zo nauw met de realiteit. Hierdoor wordt de consument opgeleid in achterdocht. Om deze achterdocht weg te nemen worden de authenticiteit en de historie van een onderneming steeds belangrijker gevonden. Reclame als enig communicatiekanaal in de arbeidsmarkt is daarom steeds minder goed in staat om geloofwaardig over te brengen wat werknemers van merken verwachten: vertrouwen, kwaliteit die de verwachtingen overtreft en zingeving. Deze aspecten kunnen efficiënter en geloofwaardiger overgebracht worden via interactie.
Geloofwaardigheid wordt bepaald door openheid, luisteren, betere communicatie en eerlijkheid. Jensen (1999) geeft zelfs aan dat er geen grens is aan de loyaliteit die mensen voor een merk kunnen ontwikkelen. Maar dan moet het merk wel menselijk gepresenteerd worden, door imperfect en betrokken te durven zijn. Transparantie is daarbij essentieel.

Rapporteer Plaats commentaar