geloof Grieken: mythologisch wereldbeeld, verklaarden de wereld met godenverhalen. Filosofen probeerden op een rationeel-wetenschappelijke manier te denken, dus alles met verstand te beredeneren. (belangrijke filosofen: Plato, Socrates, Aristoteles) ideeën doorgronden, nadruk zichtbare werkelijkheid, logisch denken.
Grieken leefden in stadstaten. Ze hadden een eigen bestuur, leger en wetten. Monarchie-->aristocratie/oligarchie-->tirannie-->democratie.
Alle burgers waren gelijk voor de wet en hadden vrijheid van meningsuiting.