Gelijkwaardigheid en Gelijknamigheid

  • Gelijkwaardigheid: verschillende schrijfwijze van breuken, maar duiden één en hetzelfde getal aan; 3/6 - 5/10 - 30/60 = 1/2.
    vereenvoudigen = het opzoek gaan naar de schrijfwijze van een breuk waarbij de teller en de noemer onderling ondeelbaar zijn (op 1/2 uitkomen). 
    GGD: door de teller en noemer te delen door de grootste gemene deler. De GGD is dus het grootste getal waar je de teller en noemer door kunt delen (van 50/100 is de GGD 50 --> 1/2). 

    Gelijknamigheid: de breuken hebben dezelfde noemer (onderste getal). Ongelijknamige breuken kunnen altijd gelijknamig gemaakt worden. 
    Met behulp van de KGV (kleinste gemene veelvoud) kunnen breuken gelijknamig gemaakt worden met een zo klein mogelijke noemer (waar komen ze in de tafels elkaar voor het eerst tegen?)
    3/4 en 5/6: KGV is 12, dus 9/12 en 10/12. 

    Rapporteer Plaats commentaar