Gelijkstellingen met terbeschikkingstelling.

Met het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een vennootschap van de belastingplichtige of van een met hem verbonden persoon of aan een bovenbedoeld samenwerkingsverband wordt in art. 3.92, lid 2, onderdeel a gelijkgesteld:
1. het aangaan of het hebben van een schuldvordering alsmede het aangaan of het hebben van rechten uit een spaarovereenkomst of uit een daarmee verwante overeenkomst op een eerder bedoelde vennootschap of eerder bedoeld samenwerkingsverband;
2. het sluiten van een overeenkomst van levensverzekering of het hebben van rechten uit een overeenkomst van levensverzekering waarbij een eerder bedoelde vennootschap of eerder bedoeld samenwerkingsverband als verzekeraar optreedt behoudens voor zover de uitkeringen uit die rechten anders in aanmerking zouden worden genomen als een periodieke uitkering of verstrekking;
3. het vestigen of het hebben van een genotsrecht op een vermogensbestanddeel dat ter beschikking is gesteld aan een eerder bedoelde vennootschap of eerder bedoeld samenwerkingsverband;
4. het overeenkomen of het hebben van een recht een vermogensbestanddeel dat ter beschikking is gesteld aan een eerder bedoelde vennootschap of eerder bedoeld samenwerkingsverband, te verwerven (koopoptie);
5. het verkrijgen of het hebben van een recht (anders dan een werknemersoptierecht) of een verplichting een vermogensbestanddeel te verwerven van een eerder bedoelde vennootschap of bedoeld samenwerkingsverband;
6. het verkrijgen of het hebben van een recht of een verplichting een vermogensbestanddeel te vervreemden aan een eerder bedoelde vennootschap of bedoeld samenwerkingsverband.

Rapporteer Plaats commentaar