Gelijknamige breuken 

  • noemer gelijk maken. 
    drie manieren om het gelijknamige maken aan te pakken en aan te leren:
    1. via een bemiddelende grootheid. Plakken chocolade kun je in allerlei groottes kopen, met verschillende aantallen stukjes. (hele reep heeft 24 stukjes, hoeveel heeft een halve reep of een derde?) De optelopgave kan modelondersteunend als volgt worden uitgerekend:
    strook - aantal koeken in een pak zijn 12. 1/4 deel zijn 3 koekjes en 1/3 deel 4 koekjes. Je herkent bij de optelopgave zowel de verschijningsvorm deel van een geheel (het pak), als deel van een hoeveelheid (aantal koeken in het pak). 
    De koeken vervullen de functie van bemiddelende grootheid. 
    Bij de aftrekopgave valt op hoe uitgekiend de stukken van de pizza zijn getekend om het denken te ondersteunen. Hierin kun je zowel het idee van de bemiddelende grootheid herkennen als het aflezen van gelijkwaardige breuken (een kwart pizza en twee achtste stukken). 

    2. het vermenigvuldigen van de noemers met elkaar voor en gemeenschappelijke noemen - een formele en meer regelgeleide mogelijkheid. 
    2/3 en 3/4 krijg je 3x4=12, dus 8/12 en 9/12 maakt 1 5/12. 

    3. gebruikmaking van het KGV om breuken gelijknamig te maken. 
    3/4 en 5/6 : KGV van de noemers 4 en 6. 
    eerste antwoord in beide tafels die je als eerste tegenkomt. 

    oefenen blz. 130

    Rapporteer Plaats commentaar