Gelijke kansen:
Men wilde kinderen gelijke kansen bieden. Daardoor werden de eisen die de school aan de kinderen stelde toegenomen.

Na de WOII ontstonden er ook scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom-scholen) en klassen voor 'in ontwikkeling bedreigde kleuters' (iobk-klassen). De eisen werden door deze kinderen niet gehaald en daar moest wat aan gedaan worden.

Weer samen naar school:
In 1991 startte het project 'weer samen naar school'. In dit project werkten basisscholen en speciale scholen samen met het doel zo veel mogelijk kinderen in de basisschool vast te houden.

Passend onderwijs:
In 2003 trad de wet op de leerlinggebonden financiering in werking. Die wet maakt het mogelijk dat kinderen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen op een gewone school konden blijven. Daarvoor kregen ouders een bijdrage "het rugzakje" waardoor school weer extra hulp kan bieden.

Vanaf 2011 dient het bestuur van een school waar een kind word aangemeld ervoor te zorgen dat dit kind onderwijs krijgt dat bij hem/haar past. Dat betekent niet dat iedere school ieder kind moet opvangen. Scholen moeten soms in samenwerking een passende plek zoeken.