Gelet op welk beginsel is het een goede zaak dat de wetgever aan defaillant het recht heeft gegeven tegen een voor hem nadelig verstekvonnis in verzet te gaan?
Gelet op het beginsel van hoor en wederhoor is het een goede zaak dat de wetgever aan defaillant ( de bij verstek veroordeelde gedaagde) het recht heeft gegeven tegen een voor hem nadelig verstekvonnis het rechtsmiddel van verzet in te stellen ( art. 143-148).