Gelet op het feit dat inkomsten en vermogen van echtgenoten aldoor in beweging zijn

Gelet op het feit dat inkomsten en vermogen van echtgenoten aldoor in beweging zijn, zal tussen echtgenoten die huwelijke voorwaarden zijn aangegaan regelmatig of aan het eind van het huwelijk ‘afgerekend’ moeten worden; hierdoor blijven de privévermogens in evenwicht. Dit kan plaatsvinden door middel van een verrekenbeding (art. 1:132 t/m 1:143 BW). Verrekening kan periodiek plaatsvinden, bijvoorbeeld jaarlijks; daarnaast bestaat het finale verrekenbeding, waarbij eenmalig verrekening plaatsvindt aan het einde van het huwelijk. Bij periodieke verrekening dienen echtgenoten aan het eind van een overeengekomen periode het resterende inkomen van beiden te verdelen en toe te voegen aan ieders privévermogens. De meeste bepalingen met betrekking tot verrekenbedingen zijn van regelend recht en partijen kunnen afspraken omtrent verrekening veelal zelf invullen.