Gelede strafbaarstelling (in WVW en RVV)

 

Nadere regelgeving omtrent het verkeersgedrag is ´overgelaten´ aan het RVV 1990. Dit maakt het soms moeilijk om de complete strafbepaling bijeen te vinden.

 

Art 3 lid 1 RVV: hier is een gebod (materiële norm) geformuleerd - bestuurders moeten zoveel mogelijk rechts houden. De materiële norm staat niet altijd expliciet in de wet. In de RVV gebeurt dit wel. De strafbepalingen zijn achteraan in het reglement te vinden.

De sanctienorm is niet in het RVV zelf te vinden, maar in de WVW. Volgens art 89 lid 2 Gw moeten namelijk de op te leggen straffen in een wet in formele zin zijn bepaald. Zo is in art 177 WVW bepaald dat overtreding van het bepaalde krachtens de WVW, voor zover die overtreding uitdrukkelijk als strafbaar feit is aangemerkt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

 

De verhouding tussen de kapstokbepaling van art 5 WVW en de RVV-bepalingen mag in zijn algemeenheid als een generalis-specialis-verhouding worden aangemerkt.