Geldt er een beginselplicht tot handhaving voor bestuursorganen?

Er is geen beginselplicht tot toezicht, maar in beginsel wel een plicht tot het doen van reparatoire sancties (ABRvS 5 oktober 2011):

(1) Gelet om het algemeen belang dat is gediend met handhaving, zal in het geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een reparatoire sanctie op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken.
(2) In gevallen waarin het bestuursorgaan een redelijk te achten beleid voert (bijv. dat de overtreder eerst wordt gewaarschuwd), dient het bestuursorgaan zich in beginsel aan dit beleid te houden.
(3) Dit laat onverlet dat het bestuursorgaan alleen onder bijzondere omstandigheden van het opleggen van een reparatoire sanctie mag afzien.
(4) Een "bijzondere omstandigheid" kan zich voordoen als
a. concreet zicht op legalisatie bestaat, of
b. als het opleggen van een dergelijke last zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat in die concrete situatie van het opleggen van die last behoort te worden afgezien.

Conclusie: er geldt een beginselplicht tot handhaving voor bestuursorganen tot het opleggen van reparatoire sancties, maar omdat bestuursorganen een capaciteitstekort hebben mogen zij een beleid voeren.  

NB: de beginselplicht tot handhaving voor een bestuursorgaan ziet aldus op het enge begrip van handhaving (namelijk het opleggen van reparatoire sancties).