Geldige redenering bestaat uit:

  • 1 ware premissen
    2 Redenering met formele vorm die geldig is 
    2.1 Vorm betreft de relatie tussen premissen en conclusie
    2.2 Vorm moet waarborgen dat het niet mogelijk is om ware premissen en tegelijk een onware conclusie te hebben

    Rapporteer Plaats commentaar