Gelaagde samenleving
  • De Indonesische samenleving werd onderverdeeld in 2 groepen: Europeanen en met hen gelijkgestelden (Indo-Europeanen), en inheemsen en met hen gelijkgestelden (vreemde oosterlingen).
  • Precaire situatie voor Indo-Europeanen en Chinezen.
  • In de 19e eeuw ontstond steeds meer verwijdering tussen de Europeanen en de inheemsen.
  • Sociale stratificatie: zie afbeelding.

Toenadering en verwijdering
Toenadering:
  • Vrijgezelle Nederlandse functionarissen hadden i.d. 19e eeuw vaak een inheemse (bij)vrouw: de njai.
  • Zij was rechteloos en had geen zeggenschap over haar kinderen. Wel had ze enige status, zolang haar man leefde (!).
  • Toen het aantal Europese vrouwen in Indië toenam, verloor de njai haar sociale functie.
Verwijdering:
  • Indo-Europeanen genoten hetzelfde basisonderwijs als Europeanen, maar hadden als ambtenaar geen promotiekansen en werden veel minder betaald.
  • In de tweede helft v.d. 19e eeuw werden raciale verschillen (uitgedrukt in huidkleur) meer benadrukt (o.a. door invloed sociaal-darwinisme).


Sociale problemen
  • Indo-Europeanen werden gewantrouwd door de inheemse bevolking (verraders) en werden tegelijkertijd niet als volwaardig beschouwd door de Nederlanders.
  • Chinezen waren op economisch gebied de middenklasse, maar op sociaal gebied waren ze de onderklasse.
  • Er was nauwelijks contact tussen Europeanen en de inheemse bevolking, hooguit op 'professioneel' gebied (meester-bediende).
  • Opleiding in Nederland leverde kritische onderdanen op.

Rapporteer Plaats commentaar