Gekristaliseerde intelegentie en vloeiende intelegentie

Gekristalliseerde intelligentie: De aanwezige kennis gebruiken om weer nieuwe informatie te ordenen: accommodatie? De cognitieve vermogens Het LTG vermindert. Ouderen hebben moeite zich dingen (namen, jaartallen) te herinneren dan jongeren. Ouderen nemen minder snel nieuwe en complexe informatie  in zich op en zijn minder in staat om langere tijd zeer geconcentreerd zich cognitief in te spannen. Het lijkt dat de vloeiende intelligentie (vermogen om snel informatie waar te nemen en te bewerken) afneemt en de gekristalliseerde intelligentie (vermogen om gebruik te maken van de kennis die in het geheugen is opgeslagen) tot op hoge leeftijd op niveau blijft.   Cattell maakt onderscheid tussen vloeiende (bestaat uit het vermogen om informatie waar te nemen, te beoordelen, op te slaan in het geheugen en erover na te denken) en gekristalliseerde (bestaat uit het vermogen om met behulp van de in het geheugen opgeslagen informatie, relaties te begrijpen, te beoordelen en problemen op te lossen) intelligentie. Het verschil: in het eerste geval wordt kennis verworven en in het tweede die kennis wordt gebruikt. Volgens Horn is vloeiende intelligentie aangeboren en gekristalliseerde het resultaat van leren en training.  De mechanismen van intelligentie bestaan uit het vermogen om snel en accuraat informatie te verwerven. De pragmatiek heeft te maken met het vermogen om van de opgeslagen informatie (ervaring) op een goede manier gebruik te maken.