Gehoorzintuig: Auris externa (uitwendige oor):
Deze vangt geluidprikkels uit de buitenwereld op.

Concha auriculae (oorschelp) - door zijn rechtervorm versterkt de oorschelp het geluid enigszins. Hij heeft ook een beschermende functie: hij vormt een afdakje voor neerslag, zweet of vallend materiaal.

Uitwendige gehoorgang - doorboort het rotsbeen van de schedel en eindigt bij het trommelvlies. (2,5 cm)

Membrana tympani (trommelvlies) - de trillingen van de lucht brengen het dunne trommelvlies in trilling. (diameter 1 cm, dikte 1 mm) 

Cerumen - gespecialiseerde zweetklieren in de huid van de uitwendige gehoorgang produceren cerumen (oorsmeer). Deze vettige, gelige substantie houdt de huid en het trommelvlies soepel en water afstotend. Aan het begin van de gehoorgang groeien haartjes op de huid. Deze houden samen met het oorsmeer stofdeeltjes tegen.