Geheugen vermogen om info op te slaan = encoderen, te bewaren = retentie en later weer toe te passen. Zowel herkennen = recognitie als reproduceren = recall.

stoornis korte termijn weer overnieuw tanden poetsen of armen wassen.

lange termijn onderverdelen in declaratief of expliciet. En procedureel of automatisch.
declaratief onderverdeeld in semantisch en episodisch. 

semantisch bevat alg kennis van de wereld, los van tijd en plaats is alg feitenkennis
episodisch kennis over persoonlijke en specifieke aan tijd en plaats gebonden info.
procedureel geheugen kennis van procedures van vaardigheden zoals autorijden, fietesen lezen etc.

problemen in episodisch zijn tijd en plaats, niet meer weten dag ervoor gedaan. Afspraken vergeten, voorwerpen kwijt zijn, pleister op arm hebben maar waarom. Levensgebeurtenissen vergeten van fam.

gestoord procedureel moeite aanleren nieuwe strategieen.

geheugen onlosmakelijk met aandacht en concentratie.

Rapporteer Plaats commentaar