Geheugen proces

  • Procesbenadering:
    er is maar 1 geheugen dat in verschillende toestanden kan verkeren, door verschillende bewerkingen, verwerkingsstrategieën ontstaan kwalitatief van elkaar verschillende geheugen inhouden die herleiden tot verschillen in geheugenprestaties.
    1. De eerste stap: het opnemen van informatie
    Alle informatie van buiten wordt door de onze zintuigen verzameld, bijvoorbeeld door onze neus en oren. Deze zintuiglijke prikkels worden via zenuwbanen doorgegeven aan verschillende hersendelen en daar verwerkt. Al deze informatie van opnemen en verwerken noemen we waarnemen. Het doel van het waarnemen bepaalt hoe we waarnemen. Veel informatie verwerk je dus zonder dat je je daarvan bewust bent. Pas als je in je geheugen je handelingen nagaat, herinner je je dingen. Dit bewust werken in je geheugen doe je in je werkgeheugen, terwijl je ook al een kleine stap hebt gemaakt in het korte- en lange termijngeheugen.

    2. De tweede stap: het bewaren van informatie
    De opgenomen zintuiglijke prikkels worden via het werkgeheugen voor een deel opgeslagen in het lange termijngeheugen(geheugenconsolidatie) dat nooit vol is. In dit lange termijngeheugen kunnen we informatie via een eigen systeem opslaan. Emoties, zoals schrikken, vormen een belangrijke manier om informatie op te slaan, maar dat kan ook door het geordende gebruik van tijd, alfabet of plaats.

    3. De derde stap: het opdiepen van informatie
    Vaak kost het opdiepen van informatie ons geen enkele moeite, maar dat is niet altijd zo. Soms moeten we heel bewust dingen weer opzoeken. Met behulp van verschillende aanwijzingen die we tot onze beschikking hebben kunnen we het zoeken verbeteren. Hierbij maken we gebruik van de zojuist genoemde zaken als emoties etc.

    Opslagmodel
    Het is niet bekend hoe het geheugen precies informatie opslaat, er zijn wel verschillende aannames gedaan, zoals de volgende. Er komt informatie binnen door middel van zintuigen (zintuigelijk geheugen, ook wel iconische- of fotografische geheugen). Als het van belang is, wordt het doorgestuurd naar het kortetermijngeheugen, zo niet zal het al snel weer vergeten worden. In het kortetermijngeheugen zorgt herhaling ervoor dat je onthoudt. Info wordt via het kortetermijngeheugen en daarna uit langetermijngeheugen gehaald.
    Microscopisch niveau: Informatie komt via de zenuwen binnen, in de vorm van een elektrische impuls. Het opslaan zelf werkt echter anders. Informatie wordt ook niet opgeslagen door een toename van neuronen, dit aantal neemt namelijk af naarmate iemand ouder wordt (en normaal gesproken ook meer herinneringen heeft). Informatie wordt in de hersenen opgeslagen door middel van synapsen(contactplaats zenuwcellen), onderdeel van het zenuwstelsel. In de synapsen binnen de hersenen, die actiepotentialen de hersenen in loodsen, ligt ‘het geheugen’. Dit is namelijk de plaats waar de hersenen voor het eerst kennis maken met informatie van buitenaf. Gedurende de periode vlak na de geboorte wordt informatie opgeslagen door het aanmaken van nieuwe synapsen. Later kunnen geen nieuwe synapsen meer worden gemaakt, informatie wordt dan opgeslagen door het veranderen van de efficiëntie en het versterken van bestaande synapsen. Dit proces van het versterken van het contact tussen neuronen doormiddel van synapsen, staat bekend onder de naam long term potential, of lange-termijn potentiatie.

    Rapporteer Plaats commentaar