0-5 maanden geen gehechtheid, wel huilen, glimlachen, geen verschil
tussen vreemd en vertrouwd.
5-7 maanden voorkeur voor een of enkel opvoeders, en laat zih door
die gemakkelijk troosten. Kind voelt zich daarbij op het gemak.
7-12 maanden Sterker voorkeur voor de gehecthheidsfiguur.
Eenkennigheid en angst voor vreemde. Dit kan verschillen in reactie
niveau.
1-4 jaar scheidingsangst neemt af. Kind kan afwezigheid van ouder
beter verdragen; minde reenzijdig.
vanaf 4 jaar; hechtingsdrang neemt af. intern werkmodel waarbinnen
meerdere gehechtheidsrelaties passen en dat richtgevend is voor
latere relaties.
- Gehechtheid is een affectieve band tussen zichzelf en ander - Hechting gebeurd in interactie tussen ouder/verzorger en kind - Doel hechtingsgedrag: verkrijgen veiligheid