Gegeven: Voordat een groep leerlingen begint met het lezen van een krantenartikel,
vraagt een leraar Nederlands de leerlingen welke strategieën zij kunnen inzetten om
achter de betekenis van moeilijke woorden te komen. De genoemde strategieën worden
op het bord genoteerd.
Gevraagd: Van welk instrument maakt de docent gebruik?
a. Context bieden
b. Interactie bieden
c. Oefening bieden
d. Taalsteun bieden
Het juiste antwoord is d.