Gegeven is: Hetrozygoot vrouwtje wordt gekruist met een hetrozygoot mannetje. Vraag 1: Geef de mogelijke nakomelingen die kunnen ontstaan aan in een kruisingsvierkant. Vraag 2: Noem de genotypes van de nakomelingen en geef ze in een verhouding aan. Vraag 3: Noem de fenotypes van de nakomelingen en geef ze in een verhouding aan.
Antwoord 1: Bovenaan staan de mogelijke zaadcellen (mannelijke gameten) en aan de linker zijkant de mogelijke eicellen(vrouwelijke gameten) Er ontstaan vier type genotypes. Namelijk AA - Aa - Aa - aa Antwoord 2: AA - Aa - aa verhouding 1:2:1 Antwoord 3: Fenotype A : fenotype a 3:1