Gegeven is: Allel voor zwarte haarkleur is B - dominant- het allel voor bruine haarkleur is b- recessief. Ouders: Moeder is homozygoot met zwarte haarkleur, vader homozygoot bruine haarkleur. vraag 1: geef het genotype in een kruising weer. vraag 2: Welke genotype hebben de nakomelingen in F1? Vraag 3: Wat is het fenotype van F1? Vraag 4: Onderling planten de nakomelingen F1 zich onderling voort. Geef het genotype in een kruising weer van F1? Vraag 5: Noem de mogelijkheden in het genotype bij de nakomelingen in F2 en geef aan welke genotype het meeste kans heeft om voor te komen?
Antwoord 1: kruising genotype moeder en vader is BB X bb. Antwoord 2: Dit kan alleen Bb zijn. De nakomelingen in F1 zijn dus hetrozygoot dominant. Antwoord 3: Alle nakomelingen hebben zwart haar. Antwoord 4: Bb X Bb. Antwoord 5: Die hebben 4 mogelijkheden namelijk BB - Bb - bB - bb en alle vier de mogelijkheden hebben even veel kans om voor te komen namelijk 1/4 x of 25%.