Gegeven: Een leerling kent het woord 'leuning' niet. Hij spreekt over 'die stok naast de trap om je aan vast te houden'.
Gevraagd: Welke compensatiestrategie zet de leerling in? Hij maakt gebruik van
a. de context.
b. een definitie van het woord.
c. een omschrijving.
d. voorkennis.