Gegeven: Diëtist Anne behandelt een patiënt met ernstige ondervoeding. Ze heeft labuitslagen ontvangen en vermoedt dat erbij deze patiënt een risico op het optreden van refeeding syndroom bestaat. Vraag: Welke labwaarden zijn voor haar in deze situatie van belang voor het beoordelen van de toestand van de patiënt?
A)Magnesium, natrium en insuline B)Kalium, natrium en insuline C)Fosfaat, vitamine B1 en natrium D)Magnesium, fosfaat en kalium Antwoord D. Bron: ppt hoorcollege scholar, casus refeeding.