Gegaste Uien

  • Een partij kan een contractueel beding onder omstandigheden ook inroepen tegen een derde, indien door het handelen van die derde de desbetreffende partij erop mocht vertrouwen dat het beding zich over alle hem toevertrouwde goederen uitstrekte.
    De Klerk sluit een overeenkomst met de gemeente Rotterdam. De gemeentelijke reinigingsdienst - De Roteb - zal voor hem een partij uien gassen (ontsmetten). Naar pas achteraf aan de gemeente blijkt, zitten daar ook uien van Noordermeer NV tussen. Noordermeer had De Klerk van te voren toestemming gegeven ook zijn uien te laten gassen.De gemeente heeft geen ervaring met de ontsmettingsprocedure, en heeft daarom haar aansprakelijkheid contractueel uitgesloten (dit is een exoneratiebeding). Het gassen gaat niet goed en de uien moeten worden vernietigd.Noordermeer spreekt de gemeente aan uit onrechtmatige daad. De gemeente verweert zich met een beroep op de exoneratieclausule. Noordermeer acht zich als derde daaraan niet gebonden.
    Noordermeer heeft aan De Klerk toestemming gegeven de uien te laten gassen en daarbij aan De Klerk de vrije hand gelaten bij het regelen van de opdracht aan de gemeente. De gemeente mocht ervan uitgaan dat de door haar bedongen exoneratieclausule gold voor alle uien die onder De Klerk waren opgeslagen. Onder die omstandigheden geldt de exoneratieclausule ook tegen Noordermeer. Het beginsel dat overeenkomsten alleen tussen partijen van kracht zijn staat in dit geval hieraan niet in de weg.
    De Klerk gaf Roteb opdracht tot het gassen van uien (er liggen echter ook de uien van Noordermeer, hetgeen Roteb niet wist). Roteb t.o.v. De Klerk een exoneratie. De HR aanvaarde derdenwerking van de exoneratieclausule en achtte daarbij de volgende omstandigheden van belang: - De uien van Noordermeer lagen in de cellen van De Klerk - Noordermeer had De Klerk geheel de vrije hand gelaten bij het gassen van de uien - Daardoor had Noordermeer een situatie in het leven geroepen waarin Roteb erop mocht vertrouwen dat de exoneratie voor alle bij de Klerk opgeslagen uien zou gelden.
    Inmiddels heeft de wetgever derdenwerkerking zoals in het arrest gegaste uien in artikel 7:608 BW verwerkt.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Overeenkomsten en derden.  Een derde moet een exoneratiebeding in redelijkheid tegen zich laten werken wanneer de gebruiker van het beding er gerechtvaardigd op kon vertrouwen dat de exoneratie kon worden ingeroepen.
    Art. 7:608 BW

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Vrijehand-criterium 
    Noordermeer is eigenaar van uien en slaat deze op bij Klerk. De uien raken besmet met priemt. De Klerk sluit een overeenkomst incl exoneratiebeding met Roteb om de uien te laten vergassen. Roteb vergast alle uien, incl de niet besmette. Noordermeer spreekt Roteb aan o.g.v. Od. 
    Vraag: kan Roteb de exoneratie inroepen jegens Noordermeer (derde). 
    HR: dit kan. Noordermeer had zonder enige beperking of nadere omschrijving aan De Klerk toestemming voor het gassen van de uiten door de Roteb gegeven. Daarmee heeft Noordermeer ertoe bijgedragen, dat aan de zijde van de Roteb het vertrouwen kon ontstaan, dat het gemaakte exoneratiebeding voor alle te behandelen uien zou gelden. 

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Een derde moet een exoneratiebeding in redelijkheid tegen zich laten werken wanneer de gebruiker van het beding er gerechtvaardigd op kon vertrouwen dat de exoneratie kon worden ingeroepen.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Indien een partij erop mocht vertrouwen dat een exoneratiebeding voor alle de aan hem toevertrouwde  goederen gold, kan de partij het exoneratie onder bepaalde omstandigheden ook tegen derde inroepen. 

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Omzeilen van exoneratieclausules.
    HR:
    1. derde liet het de vrije hand;
    2. gewekt gerechtvaardigd vertrouwen bij 'schuldenaar'.

    Rapporteer Plaats commentaar