Geestelijke stoornis is een grond voor ondercuratelestelling (art 1:378 lid 1)  Ondercuratelestelling leidt tot handelingsonbekwaamheid (art 1:381 lid 2) Handelingsonbekwaamheid is ex art 3:32 een zelfstandige grond van vernietigbaarheid of nietigheid van de rechtshandelingen. Voor geestelijke gestoorde die onder curatele staat heeft art 3:34 derhalve in beginsel geen betekenis

Het grote onderscheid tussen de positie van de handelingsonbekwame van art 3:32 en de 'feitelijk onbekwame' van art 3:34 betreft de toepasselijkheid van art 3:35. Art 3:35 beschermt het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij indien een met de verklaring overeenstemmende wil ontbreekt - al dan niet als gevolg van een geestelijke stoornis - maar biedt geen soelaas in gevallen van handelingsonbekwaamheid. Dit houdt verband met dat handelingsonbekwaamheid een openbaar gegeven is. Onder curatelestelling wordt in de Staatscourant en twee dagbladen gepubliceerd. Daarnaast in een openbaar register (art 1:390 en 1:391)