stelt buiten twijfel dat een geestesstoornis kan leiden tot wilsontbreken
Biedt degene die een beroep doet op wilsontbreken op grond van een geestelijke stoornis steun bij het rond krijgen van het bewijs dat zijn wil heeft ontbroken
Sanctie is vernietigbaarheid, gestoorde kan kiezen voor wel of niet vernietigen en de wederpartij kan geen beroep doen op nietigheid.
De geestelijke stoornis moet bewezen worden.
Is de geestelijke stoornis bewezen en is de verklaring nadelig voor de gestoorde, dan wordt deze vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, tenzij het nadeel op het moment van de rechtshandeling niet te voorzien was. Tegenbewijs blijft mogelijk.
Ondanks bovenstaande beschermt 3:35 de wederpartij bij gerechtvaardigd vertrouwen