Gees = de geestenwetenschappelijke onderzoeker

  • kenmerken van GWS (rond 1900)
    - mens is geen ding, maar wel geest (=vrij). Bepaalde keuze vrijheid, je bent geen ding. Je moet je inleven in een situatie als wetenschapper, de belevingswereld van het kind. Wat gaat er in hen om? En dan bedenk je dus, uniek, iedereen beleefd dingen anders. Je kan nooit algemene methoden bedenken. Jij moet ook kijken met de tijd en de cultuur waarin je leeft. Elke cultuur is anders. (bezinnen op cultuurhistorische context).
    wat is in onze tijd belangrijk, welke waarden.

    Gesprekken voeren, participeren, beelden en verhalen interpreteren.
    bruikbare inzichten bieden.
    pedagogische relatie aangaan.

    Rapporteer Plaats commentaar