Geen gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
In tegenstelling tot de WAO en de WIA, die ook gedeeltelijke arbeids(on)geschiktheid kennen, is men in de ZW of volledig arbeidsongeschikt of volledig geschikt. Gedurende het eerste ziektejaar is de werknemer die zijn eigen functie nog voor een deel zou kunnen doen of zonder problemen ander werk zou kunnen verrichten, niettemin volledig arbeidsongeschikt in de zin van de ZW, en dat blijft na 52 weken zo voor de werknemer met een werkgever jegens wie aanspraak bestaat op loondoorbetaling. Ook de verzekerde zonder werkgever wiens restverdiencapaciteit minder dan 65% van het maatmaninkomen bedraagt, wordt gedurende het tweede ziektejaar als volledig arbeidsongeschikt beschouwd. Ligt de restverdiencapaciteit van laatstgenoemde boven dat percentage, dan wordt hij volledig arbeidsongeschikt geacht. Om hem de gelegenheid te geven om zich in te stellen op de nieuwe situatie en zich te oriënteren op andere arbeid, wordt het ziekengeld uit zorgvuldigheidsoverwegingen wel pas ingetrokken na een uitlooptermijn van één maand (art. 19aa lid 2 ZW).