Geen garanties

minder positieve kanten van de civil society


particularisme
ontstaan vanuit de vector zelfbeschikking 
als de civil society zelf bepaalt wie zij helpt, waar zij helpt, hoe zij helpt en onder welke voorwaarde de hulp gebieden wordt kan willekeur ontstaan.
er is sprake van subjectieve criteria 
(niet tot eigen groep of ander subcultureel gedrag vertonen) 
(dit willekeur is er niet als een overheid op basis van wetten en regelgeving bepaalt wie er recht op een voorziening heeft)

paternalisme
dit heeft vanuit een pedagogisch oogpunt een duidelijke plus
kinderen en jongeren hebben behoefte aan opvoeding inclusief de overdracht van normen en waarden en sociale omgangsnormen
Paternalisme en opvoeding zijn met elkaar verbonden
-aandachtspunt-
normen en waarden zijn niet noodzakelijkerwijs in overeenstemming met de levensvisie van de begunstigden (Youth for Christ) (Overheidsbeleid qua inenten)

amateurisme
er kan gewerkt worden met medewerkers die wel gemotiveerd zijn maar niet de juiste kwalificaties hebben.

het gevaar van goedbedoeld amateurisme wordt chronisch onderschat:

voor serieuze problematiek
autistische stoornis
zwakke begaafdheid 
is specifieke deskundigheid vereist

van beroepskrachten wordt een eenduidige objectieve kwaliteit gevraagd (kan ook mis gaan)
vanuit de overheid of een fonds

amateuristische vrijwilligers kunnen hier minder garanties voor geven
tegenover het gestuntel van de amateur staat de betrokkenheid van een topspecialist die een complexe casus gratis doet (willekeur!)

potentieel geldgebrek
civil society is afhankelijk van giften in tijd en geld
deze moeten actief geworven worden
overheidssubsidies verlenen geen rechten
bij giften in tijd is de behoefte aan geld lager

Rapporteer Plaats commentaar