Geen beperkingen voor Amerika in Zuid-Vietnam, bloedige strijd met de Vietcong. Vietcong voerde de guerrilla uit, uitgebreid netwerk van tunnels en infiltratie in dorpen, met af en toe een verrassingsaanval. 

Amerikaanse tactiek, search-and-destroy: de vijand moest worden opgespoord en vernietigd. Er kon geen terreinwinst worden geboekt en Westmoreland wilde zoveel mogelijk dode vijanden. 

Maatstaf van succes: bodycount, aantal gedode VC. Dorpen werden platgebrand en napalm afgegooid. Om de jungle te vernietigen zodat ze zich daar niet konden verschuilen, werd agent orange gebruikt --> kaal maanlandschap.

Succes? Er vielen wel veel doden en Amerika beheerste de steden en delen van het platteland. Ze waagden zich begin 1968 nog zelden zonder tanks en helikopters in de jungle.

Johnson en de generaals bleven optimistisch, de toestand was wel degelijk verbeterd, aan de staatsgrepen was een eind gekomen, de generaal had de touwtjes stevig in handen en de steden waren redelijk veilig. Westmoreland en Johnson spraken de impasse tegen en deden alsof de communisten waren uitgeput en de overwinning nabij was. 

Rapporteer Plaats commentaar