Geeft iedere onjuiste mededeling (bedoeld in art. 6:228 lid 1 sub a) grond voor een dwalingsactie?

  • Nee. Dit geldt als eerste voor zgn. aanprijzingen in algemene bewoordingen. Het is bekend dat in reclame-uitingen overdrijvingen niet worden geschuwd. Als artikelen worden aangeprezen met de termen als 'de mooiste', de 'goedkoopste' en de 'beste' is dit op zichzelf niet voldoende voor het doen slagen van een dwalingsactie. Dgl. aanprijzingen leveren evenmin een bedrogactie op, art. 3:44 lid 3 tweede zin BW.
    Naast de aanprijzingen in alg. bewoordingen kunnen ook mededelingen in de vorm van een eigen mening niet zonder meer een dwalingsactie rechtvaardigen. Als iemand een bedrijf overneemt en  de verkoper deelt hem mee dat de zaak 'volgens hem als een trein loopt', is dit geen mededeling waarop de koper zonder meer mag vertrouwen. Als later blijkt dat het bedrijf een veel minder rooskleurige economische positie heeft, zal een dwalingsactie niet slagen.
    Hetzelfde kan gelden als de verkoper tijdens onderhandelingen over de verkoop van een huis zegt, dat het pand 'bij zijn weten' niet in een bestemmingsplan valt. De koper mag hierop niet zonder meer afgaan, omdat deze mededeling te vaag is om op te vertrouwen.

    Rapporteer Plaats commentaar