Geeft de betekenis van: obligatoir, onbenoemd, benoemd, gemengd, bezwarend, om niet, consensueel, formeel reeel, kortstondig, duur

Obligatoir: overeenkomst met verbintenissen

Onbenoemd: niet nader in de wet benoemd. Koopovereenkomst

Benoemd: in de wet benoemd. Huur, pand, hypotheek.

Gemengd: meerdere benoemde overeenkomsten in 1

Bezwarend: er wordt een prestatie tegenover de andere prestatie gezet. Dit is anders dan wederkerig. Bij wederkerig moeten beiden partijen de prestaties doen. Bij bezwarend niet (bv. als jij dit doet dan moet ik dat doen). Bv. koopovereenkomst of arbeidsovereenkomst.

Om niet: er is geen verplichting voor een andere prestatie.

Consensueel: er is een vormvrijheid. Koopovereenkomst.

Formeel: er is geen vormvrijheid. Huurovereenkomst

Reel: Overhandigen van een zaak onder voorbehoud. Bruikleen.

Kortstondig: koopovereenkomst. 

Duur: langere termijn. Arbeid, huur.