Geef waar mogelijk antwoord in een hiërarchische volgorde van laag naar hoog.
1. Noem welke 2 soorten 'inpassingsplannen' er zijn.
2. Noem wie er bevoegd is bij een dergelijk inpassingsplan.
3. Noem de inhoudelijke bevoegdheid.
4. Noem bij beide inpassingsplannen het relevante artikel.

  • 1. Provinciaal inpassingsplan en Rijksinpassingsplan
    2. Het college van provinciale staten  en de Minister van infrastructuur en Milieu
    3. De bevoegd houdt in dat er, rechtstreeks tot de grondgebruiker gericht, regels kunnen worden gesteld. En dat de bovengenoemde bevoegde organen i.p.v de gemeenteraad, hun inpassingsplannen(bestemmingsplannen) kunnen vaststellen.
    4. Art. 3.26 Wro en art. 3.28 Wro.

    Rapporteer Plaats commentaar