Geef voorbeelden van tumorgerichte (chirurgie, radiotherapie, chemotherapie) palliatieve behandelingen bij de volgende tumoren: mammacarcinoom, longcarcinoom en coloncarcinoom

Mammacarcinoom:

• Chirurgie en radiotherapie: locoregionale behandelvormen die worden toegepast bij een locoregionaal recidief (huidmetastasen of ulceraties in het littekengebied, lymfekliermetastasen) pijnlijke botmetastasen, en bij fracturen t.g.v. botmetastasen.
• Hormonale en chemotherapie: systeembehandelingen. Toepassing bij meerdere tumorlocaties en/of bij tumorlocaties die niet geschikt zijn voor radiotherapie of chirurgie.

Hormoontherapie bij een gemetastaseerd hormoongevoelige mammacarcinoom, hiermee kan een langdurige remissie worden bereikt.

Chemotherapie: indien de primaire tumor hormoonreceptor negatief was of als er sprake is van snelle metastasering en/of aanwezigheid van long- en/of levermetastasen.

De respons op de chemotherapie en de klinische verbetering is sneller bij chemotherapie.

• Chirurgie, lokaal of voor metastasen bij pijnklachten.

Longcarcinoom:

• Chemotherapie: geeft goede palliatie aan patiënten die nog in een goede conditie zijn. Chemotherapie als palliatie wordt ontraden als patiënten in slechte conditie zijn.

• Radiotherapie: om de grote luchtwegen open te houden. Hiervoor wordt ook endotracheale lasertherapie voor gebruikt. Behandeling van pijnklachten.
• Chirurgie: wordt niet toegepast als palliatieve tumorgerichte behandeling

Coloncarcinoom:

• Chirurgie:  palliatieve resectie (AP) of aanleggen van een by-pass:  opheffen van  eventuele obstructies, voorkomen van anemie of darmfisteling in de toekomst.
• Radiotherapie: bij bloedingen of pijnklachten
• In geval van een stenoserende tumor kan er endoscopisch of radiologisch een endoprothese worden geplaatst. Laserlicht behandeling kan ook nuttig zijn in geval van een stenose.
• Chemotherapie: doel, levensverlenging met een goede kwaliteit van leven.