Geef vijf kenmerken van de Chrysophyta (goudwieren).
- Deze groep met ongeveer 1000 soorten omvat hoofdzakelijk zoetwaterorganismen. - Vrijlevende flagellaten (meeste), kolonievormers en amoeboïde (beweeglijk, zonder flagel) vormen. - De celwand is vaak heel dun, maar soms is de cel omgeven door een hulsje of lorica. - Goudwieren hebben meestal twee flagellen die apicaal ingeplant staan. - Alle goudwieren doen aan fotosynthese, maar sommige soorten zijn mixotroof, wat betekend dat ze ook opgeloste organische stoffen kunnen absorberen of voedseldeeltjes, waaronder levende cellen, kunnen opnemen door fagocytose.