Geef vijf argumenten die de uitspraak dat vaatloze landplanten (mossen) nog te beschouwen zijn als vrij primitieve landorganismen (denk aan de primitieve ontwikkelingen die landplanten hebben ondergaan voordat ze zijn geëvolueerd tot het grote scale aan landplanten dat vandaag de dag aanwezig is).

  • - De cuticula (beschermt) ontbreekt meestal of is zwak ontwikkeld. (dit is bij de mos in tegenstelling tot de andere vaatplanten dus niet goed ontwikkelt --> plesiomorfie)
    - Xyleem en floeëm ontbreken: dit staat in verband met hun kleine afmetingen (vaak maximum een tiental cm; enkele soorten kunnen tot 60 cm groot worden); primitief functionerende transportelementen (hydroïden en leptoïden) komen soms voor.
    - Alhoewel een soort stengel en blad doorgaans voorkomen, is er nooit een wortel aanwezig; er is slechts een rizoïd aanweizg dat vooral dient als vasthechtingsorgaan. Opname van water en nutriënten gebeurt vermoedelijk vooral door de bladeren of bladachtige organen.
    - In tegenstelling tot alle andere hogere (vaat)planten is de gametofyt het meest ontwikkeld; de sporofyt (met sporangium) is met een steeltje vastgehecht op de gametofyt en hiervan geheel of gedeeltelijk afhankelijk.
    - Mossen kunnen goed tegen uitdroging en zijn vaak te vinden in een vochtige omgeving. Ook hebben ze water/vocht nodig voor de bevruchting in de fase van de gametofyten.

    Rapporteer Plaats commentaar