geef vb van 1.. opbrengst en een ontvangst 2. ontvansgt, maar geen opbrengst 3. opbrengst,maar geen ontvangst

  • opbrengst: verandering ev
    ontvangst:: verandering kas

    1.. opbrengst en ontvangs: contante verkoop, dde voorraad daalt en de kas stijgt

    2. ontvangst,maar geen opbrengst: aanbetaling aan reisbureau: er is al eeen deel betaald ( verandering in kas), maar je hebt geen opbrengstt, de reis krijg je nog, dus nog geen ev verandering.

    3. opbrengst,maar geen ontvansgt: verkoop op rekening. 
    jje hebt wel ev verandering, maar nog geen erandering in kas (( nog geen geld binnen)

    Rapporteer Plaats commentaar