Geef van het 4C/ID-model van Van Merriënboer aan of het een micro- of een macrobenadering van onderwijsontwerp betreft en waarom.

  • Macrobenadering met kenmerken van een microbenadering: het betreft een ontwerpmodel voor de instructie van complexe vaardigheden (kennis die opgebouwd is uit veel deelvaardigheden). Het gaat om het ontwerpen van professionele trainingen.
    • De focus ligt op een professionele training: dit ligt tussen het micro- en macroniveau in.
    • Er wordt meer naar de context gekeken waarin de instructie opgezet zal worden.
    • Er komen uitdrukkelijk vragen naar voren om alternatieve instructiemethoden tegen elkaar af te wegen.
    • Het model ziet instructie als een systeem. Ontwerpers moeten met alle aspecten van dit systeem rekening houden. Verschillende actoren worden in de designcyclus betrokken, de context wordt geanalyseerd.
    • Het model is sterk verankerd binnen een bepaalde theorie: cognitivisme.
    • De ontworpen instructieaanpakken helpen kleinere kennisonderdelen verwerven, maar helpen niet om de structuur van een geïntegreerd kennisdomein op te bouwen.
    • De lerende is eerder volgend en passief, dan interactief.
    • Het model is weinig efficiënt en vraagt veel ontwikkeltijd.
    • Het ontwerpproces houdt geen reflectie in op het procesverloop bij het ontwerpen. Er ontbreekt een metaniveau.

    Rapporteer Plaats commentaar