Geef van elk van de vier klasse receptoren een voorbeeld en leg uit waarom de tijdsduur tot het optreden van effect past bij de fysiologische functie van het effect. (Hulpmiddel: denk aan groei, metabolisme, wegslaan van een vlieg)

Vier soorten regulerende eiwitten die het doelwit kunnen zijn van een geneesmiddel:
1. Receptoren; binding van een hormoon of geneesmiddel, dat kan leiden tot een intracellulair effect, de samentrekking van een spiercel.
2. Ionenkanalen: spanningsafhankelijke ionenkanalen doordat de concentraties ionen binnen en buiten een cel drastisch verschillen, helpen pompen en kanalen in de celmembraan mee met het ionen verkeer. Bijvoorbeeld het natriumkanaal (komt voor in de membranen van het zenuwstelsel) kan geblokkeerd worden met lokale anesthetica, hierdoor verhinderen ze de geleiding van prikkels. Kaliumkanalen bevinden zich in vele weefsels en organen. Calciumkanaalblokkeerders, worden toegepast bij de behandeling van hoge bloeddruk en andere (cardio)vasculaire aandoeningen.
3. Enzymen: als aangrijppunt voor geneesmiddelen. Veel geneesmiddelen zijn gericht op de remming van een bepaald enzym.
4. Transporteiwitten: is een eiwit in het bloed dat slecht oplosbare stoffen bindt op zo'n manier dat de stof elders weer kan worden afgesplitst of afgegeven, bijv. hemoglobines is het zuurstoftransporteiwit en transferritine een ijzertransporteiwit.