Geef van de volgende stoffen aan of ze wel of niet door middel van passieve diffusie de membraan kunnen passeren: acetylcholine, adenosine, asparagine, CO2, bicarbonaat, fructose, glycerol, guanosinemonofosfaat, H2O, hexaan, insuline, Mg2+, Na+, proton, stikstof
acetylcholine, (+) nee adenosine, groot nee asparagine, (-) en (+) en groot, nee CO2, ja bicarbonaat, (-) nee fructose, C6 nee glycerol, C3 polair, ja guanosinemonofosfaat, nee H2O, ja hexaan, apolair en groot, ja insuline, nee Mg2+, nee Na+, nee proton, nee stikstof, ja
WEL: - kleine hydrofobe moleculen, O2, CO2, N2, benzeen - kleine ongeladen polaire moleculen, H2O, glycerol, ethanol - alle apolaire moleculen, maakt niet uit hoe groot NIET: - grote ongeladen polaire moleculen, aminozuren, glucose, nucleotiden - ionen