Geef van de Component Display Theory van Merril aan of het een micro- of een macrobenadering van onderwijsontwerp betreft en waarom.
Microbenadering: is gericht op het ontwerpen van instructie op het microniveau en spitst zich daarbij toe op het cognitieve leren; het verwerven van begrippen, principes, theorieën.
Het microniveau staat voorop bij het ontwerpen van instructie: er wordt een leersequens, of een les ontworpen.
De analyse van leerinhouden is gericht op kleinere kennisonderdelen en niet op omvangrijke structuren uit een kennisdomein.
Het model helpt niet om een organisatiestructuur uit te werken voor een instructiepakket.
Het model is sterk verankerd binnen een bepaalde theorie: behaviorisme / cognitivisme.
De ontworpen instructieaanpakken helpen kleinere kennisonderdelen verwerven, maar helpen niet om de structuur van een geïntegreerd kennisdomein op te bouwen.
De lerende is eerder volgend en passief, dan interactief.
Het model is weinig efficiënt en vraagt veel ontwikkeltijd.
Het ontwerpproces houdt geen reflectie in op het procesverloop bij het ontwerpen. Er ontbreekt een metaniveau.
Het model helpt om keuzes te maken in instructie- en leerstrategieën.