Geef telkens aan of sprake is van een niet-bestaande rechtspersoon, een rechtspersoon de rechtens bestaat, maar die ontbinding vatbaar is op grond van art. 2:21 BW of een rechtspersoon die is opgericht zonder gebreken.

Zoon E wil een stichting oprichten. De notaris verlijdt de akte van oprichting. De moeder van E, die de kwajongensstreken van haar zoon meer dan zat is, vernietigt de rechtshandeling tot oprichting op grond van handelingsonbekwaamheid van E.

  • De vernietiging van de rechtshandeling tot oprichting (ex art. 3:32 lid 1 BW) tast het bestaan van de stichting niet aan (zie art. 2:4 lid 2 BW). Er is sprake van een stichting die rechtens bestaat, maar die voor ontbinding vatbaar is ex art. 2:21 lid 1 onder a BW. Aan de totstandkoming van de stichting kleeft immers een gebrek: de oprichtingshandeling is komen te vervallen.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • De nv bestaat rechtens, maar is voor ontbinding vatbaar ex art. 2:21 lid 1 onder a BW. Art. 2:93a lid 1 BW schrijft voor dat bij storting in geld aan de akte van oprichting een bankverklaring moet zijn gehecht. De telefonische bevestiging is niet voldoende. Art. 2:21 lid 2 BW geeft de rechtbank de mogelijkheid aan de bv een termijn te vergunnen voor herstel van het oprichtingsgebrek. Hiervoor zal de notaris een herstelakte moeten verlijden.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Er is een rechtspersoon opgericht zonder gebreken. Voor de oprichting van een vereniging volstaat een meerzijdige rechtshandeling (art. 2:26 lid 2 BW). Er is dan sprake van een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid (ook wel: informele vereniging). Aan de statuten van een informele vereniging worden geen hoge eisen gesteld. Zij behoeven niet eens op schrift te zijn gesteld (dit valt af te leiden uit art. 2:30 lid 3 BW). Het huishoudelijk reglement is wat dat betreft voldoende. Voor een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is een notariële akte wel een bestaansvoorwaarde.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Er is sprake van een stichting die rechtens bestaat, maar die voor ontbinding vatbaar is ex art. 2:21 lid 1 onder b en c BW. Art. 2:285 lid 1 BW bepaalt immers dat de stichting geen leden kent. De statuten voldoen niet aan de eisen der wet en de stichting valt bovendien niet onder de wettelijke omschrijving van zijn rechtsvorm.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Art. 2:178 lid 1 stelt een maatschappelijk kapitaal niet verplicht bij de bv; ook geldt geen minimum stortingsplicht. Wel zal er een geplaatst kapitaal moeten zijn. Als het geplaatst kapitaal € 0 is, is er geen geplaatst kapitaal. Er is sprake van een oprichtingsgebrek, de bv kan worden ontbonden. Zie art. 2:21 lid 1. De statuten voldoen niet aan de eisen van de wet en ook voldoet de bv niet aan haar wettelijke omschrijving (vgl. art. 2:175 lid 1, laatste zin).

    Rapporteer Plaats commentaar