Geef in het kort weer hoe een periode van kabinetsformatie eruit ziet en welke organen in de te onderscheiden fases een rol spelen.

De kabinetsformatie begint als het zittende kabinet zijn ontslag heeft aangeboden en 'demissionair' geworden is. Het ontslag wordt niet meteen door de koning aanvaard: hij pleegt de ontslagaanvraag in beraad te houden. De koning nodigt achtereenvolgens de voorzitters van de 1e en 2e kamer, de vice president van de Raad van State en alle fractievoorzitters uit de 2e kamer uit om hem te adviseren over de vorming van het kabinet en de benoeming van een (in)formateur. Een informateur stelt een onderzoek in naar mogelijkheden voor een kabinet. De formateur krijgt de opdracht een kabinet te vormen. De benoeming van beide geschiedt mondeling, zodat het demissionaire kabinet geen verantwoordelijkheid draagt voor de vorming van het opvolgende kabinet. Op grond van het eindrapport van de formateur, gaat de koning over tot benoemingen en ontslagen van bewindslieden. Het nieuwe kabinet zet zich vervolgens aan de opstelling van een regeringsverklaring, waarin verantwoording wordt afgelegd voor de benoeming van het kabinet en de kabinetsformatie, en waarin voorts het programma van het kabinet wordt uiteengezet.