Geef in de volgende gevallen aan of er al dan  niet sprake is van een besluit in zin van de Awb. Zo ja, geef dan aan om wat voor besluit het gaat. Geef in de overige gevallen aan waarom er geen sprake is van een besluit.

A Het besluit van B en W tot intrekking van de aan de plaatselijke rechtswinkel jaarlijks te verlenen subsidie (hetgeen per brief aan het bestuur van de rechtswinkel is medegedeeld).

B De door de gemeente aan een bouwbedrijf schriftelijk gegeven aannemingsopdracht tot het bouwen van een nieuwe gemeentebibliotheek. (Een aannemingsovereenkomst is een overeenkomst met betrekking tot het tot stand brengen van werk van stoffelijke aard, niet zijnde een arbeidsovereenkomst.)

C Het stopbevel dat een verkeersagent geeft aan automobilisten die hem van rechts naderen.

D Het plan van de gemeenteraad tot afschaffing van de gemeentelijke hondenbelasting, waarvan melding werd gemaakt in het regionale dagblad.

E De door B en w uitgevaardigde interne circulaire, die aanwijzingen bevat voor de ambtenaren die zijn belast met de behandeling van subsidieaanvragen van plaatselijke vrijwilligersorganisaties.

F Het schriftelijke besluit van de minister-president tot kwijtschelding van alle studieschulden.

A Er is sprake van een beschikking. Het gaat immers om een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, die is genomen op grond van een bestuursbevoegdheid en die de rechtspositie van deze private organisatie eenzijdig beïnvloedt (in casu worden namelijk bestaande rechten ingetrokken)

B In casu is geen sprake van een bestuursbesluit, maar van een aanbod tot het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst dat door de gemeente (als rechtspersoon) is gedaan op grond van haar privaatrechtelijke bevoegdheid daartoe.

C In casu is geen sprake van een bestuursbesluit, omdat niet aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan.

D In casu is (nog) geen sprake van een bestuursbesluit, maar slechts van een voornemen tot het nemen van een besluit.

E Hier is sprake van beleidsregels. Het gaat immers om schriftelijke regeles die zijn gegeven krachtens een bevoegdheid tot het verlenen van subsidie, met het doel aanwijzingen te geven aan de ambtenaren die met de uitvoering van deze bevoegdheid zijn belast.

F Hier is geen sprake van een bestuursbesluit. Aan de minister-president komt immers niet de bevoegdheid toe tot het nemen van een dergelijk besluit. Hiervoor zal een wijziging van de Wet op de studiefinanciering nodig zijn. Het initiëren van een dergelijke wetswijziging behoort tot het terrein van de minister van Onderwijs (of dat van de Staten-Generaal) en niet tot dat van de minister-president.