Geef het verschil tussen sprekersbetekenis en linguïstische betekenis middels een voorbeeld.

  • Iemand zegt: 'Fred is thuis' en gelooft dat 'Fred' de naam is van Piet. De linguïstische betekenis van de zin 'Fred is thuis', maar de sprekersbetekenis is 'Piet is thuis'. 

    Iemand zegt dat de trein om 4 uur vertrekt en denkt echt dat dit zo is, terwijl in werkelijkheid de trein een kwartier later vertrekt.

    Rapporteer Plaats commentaar