Geef het mes!

  • Leerstuk van medeplichtigheid
    Afwijkend opzet is mogelijk bij voldoende verband
    Als het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel van het gronddelict, dient het misdrijf waarop dat opzet wel betrekking had  voldoende verband te houden met het uiteindelijk gepleegde feit

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Deze zaak is juridisch relevant omdat de HR herhaalt en vingerwijzingen heeft hoe opzet van een medeplichtige bewezen moet worden. In casu had een poging tot doodslag en een poging tot zware mishandeling plaatsgevonden, waarbij de verdachte werd verdacht van medeplichtigheid vanwege het opzettelijk verschaffen van een mes aan de dader.

    De HR oordeelt dat voor opzettelijke medeplichtigheid aan een isdrijf neit vereist is dat het [voorwaardelijk] opzet van de medeplichtige was gericht op ALLE handelingen van het gronddelict. Ook als het opzet slechts betrekking heeft op een deel van die handelingen kan er sprake zijn van opzettelijke medeplichtigheid aan het gronddelcit. In een dergelijk geval moet het misdrijf waarop het opzet van de medeplichtige wel was gericht voldoende verband houden met het gronddelict. Verder oordeelt de HR dat of van een dergelijk verband sprake is, afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval. De HR oordeelt dat het Hof met juistheid heeft kunnen oordelen dat het misdrijf waarop het opzet van de verdachte was gericht - bedreiging met het door hem gegeven mes - voldoende verband hield met de poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling met datzelfde mes.

    Rapporteer Plaats commentaar