Geef grafisch weer hoe men isoquanten afleidt uit de productiefunctie. Geef de vgl van een isoquant. Zie fig. 4.4
Zie fig. 4.4 isoquant die overeenkomt met outputniveau x0 -> doorsnede vd prod.functie // aan (l,k)-vlak & loodrecht projecteren in dit vlak (zwarte lijn) x0 = f(l,k)
=> in inputruimte (l,k) komen er nu een reeks curven die de verzameling voorstellen van alle inputcombs. met eenzelfde output (=isoquanten) => vormen isoquantenveld hoe verder isoquant van oorsprong = hoe groter overeenkomstig outputniveau (geen verspilling inputs)