Geef enkele voorbeelden van verbale weerstand:

  • Ja, maar:
    • Dat hebben we al geprobeerd.
    • Dat lukt toch niet.
    • Dat pikt onze klant/de andere afdeling/mijn baas nooit.
    • Dat doet onze concurrent al.
    • Zover reikt mijn mandaat niet.
    • Dat zie ik gewoon niet zitten.
    • Moet dit niet eerst beter worden uitgewerkt op papier?
    • Dit kost te veel geld/tijd/ruimte/aandacht/werk.
    • Hierop zit niemand te wachten volgens mij.
    • Dat past niet bij ons/in ons beleid/bij onze visie.
    • A doet het ook niet.
    • Ze zullen ons uitlachen.
    • Ik heb hier geen verstand van.
    • Dat moet ik eerst nader bestuderen. 

    Rapporteer Plaats commentaar