Geef enkele voorbeelden positief corrigeren.

  •  Corrigeer altijd op een positieve manier. Dus niet zeggen hoe het niet moet of wat minder goed gaat, maar hoe het wel moet of geef aan hoe ze het anders kunnen proberen. Dus niet “Je moet niet et snel aanlopen”, maar : “Maak de aanloop korter en wat rustiger”. Bovendien moet de aanwijzing concreet zijn en duidelijk. Bij balanceren dus niet zeggen “Kijk naar
    voren”, maar “Kijk naar het basketbalbord” Als laatste geldt voor jongeren kinderen zeker dat je fout voor fout probeert op te lossen. Probeer wel de belangrijkste fout op te sporen en ga daarmee aan de gang. Ga niet te veel tegelijk verbeteren.

    Rapporteer Plaats commentaar