Geef een voorbeeldsituatie van pandrecht:

    1.  Iemand (schuldeiser) leent geldt uit aan de ander (schuldenaar).
    2. Om er zeker van te zijn dat schuldeiser zijn geld terug krijgt wordt er een recht van pand gevestigd op een niet-registergoed (verpande goed).
    3. Komt de schuldenaar (pandgever) zijn betalingsverplichting niet na, dan kan de schuldeiser (pandhouder) het verpande goed verkopen, en daarmee de openstaande vordering mee te voldoen.

    In het geval van meerdere schuldeisers dan kan de pandhouder het goed met voorrang verkopen.

    Rapporteer Plaats commentaar