Geef een voorbeeld van een onderzoek volgens subsequent-memory paradigm.

  • Ranganath ,Yonelinas, D'Esposito (2004)
    • proefpersonen kregen 360 woorden te zien: (niet)-dierlijk / groot-klein / groen-rood
    • adhv kleur (niet)-dierlijk of grootte inschatting maken (+ fMRI)
    • geheugentest maken voor de betreffende woorden: inschatting van eerder gezien op schaal van 1-6 en van welke kleur (source)

    De onderzoekers waren geïnteresseerd in het opslaan van informatie. 

    Onderzoeksvraag: Welke hersengebieden zijn actief tijdens het zien van de woorden, die de proefpersonen achteraf correct hadden herkend (incl. bron)? 
    Resultaat: Hippocampus en posterior parahippocampale cortex waren hierbij actief.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Ranganath ,Yonelinas, D'Esposito (2004)
    • proefpersonen kregen 360 woorden te zien: levend of levenloos (bijv mens of tafel) / groot-klein / groen-rood
    • Van de rood gekleurde woorden aangeven groot of klein, van de groen gekleurde woorden aangeven levend of dood  (+ fMRI) Dit is de coderingsfase van het experiment.
    • geheugentest maken voor de betreffende woorden: inschatting van eerder gezien op schaal van 1-6 en van welke kleur. Je herinneren in welke kleur het woord getoond was, is een 'source memory judgement'.  De source is de context waarin het woord getoond was. 

    Data-analyse: welke items zijn goed herinnerd en bij welke was de source goed herinnerd

    Rapporteer Plaats commentaar